13 december 2017

Gesnuwt

PrietJanPraat

 

Op onvervalst Geffes/Brabants hoorde ik een plaatsgenoot zeggen: “Och kek toch is on.. Wa higgut toch gesnuwt“. En ze vervolgde: “Snuw. Door hedde drie kirre last van. Es ie kumt, es ie der ligt en es ie wir weg gu”.

Sneeuw. Dat was weer een poos geleden. Verlangend zag je ‘onze mannen’ zondag in de loop van de dag, met de neus tegen het koude raam gedrukt, naar de sneeuwvlokken turen. De weermannen kregen (gelukkig) gelijk deze keer. Code oranje gaf als resultaat een dik pak sneeuw van toch wel een centimeter of tien, vijftien. Het was ook nog eens echte plaksneeuw. Jippie. Buiten zag je de eerst sneeuwpoppen opdoemen en de sleeën in alle moderne vormen en kleuren waren van stal gehaald.

Het jammere van alles was dat hij, de sneeuw dus, er maar even was. De regen verpestte het mooie soms idyllische winterse plaatje nog voordat het avond was. Je zag de poppen ineenkrimpen tot alleen de wortel, de twee eierkolen en de winterse sjaal zielig en alleen op de stoep achterbleven. Op straat zag je de witte massa langzaam vergaan tot een grote vieze grijsachtige brij. En dan, op dat moment, heb je er allen maar last en ergernis van. Jammer, hij was er maar even. Maar het was wel leuk.

In feite dus maar één dagje sneeuw. In de jaren zestig van de vorige eeuw, 1963 om precies te zijn, lag er maar liefst 80 dagen sneeuw. En niet zo’n beetje ook, met een halve meter overdrijf ik echt niet. Door de ‘sneeuwstorm’ was het hier en daar huizenhoog opgewaaid. Soms een heel spectaculair aanzien en voor de automobilist hier en daar geen doorkomen aan.

Er was gewoonweg geen materiaal wat kon worden ingezet om de wegen begaanbaar te maken. Jawel, met een bepaalde regelmaal kwam de enige vrachtauto die de gemeente bezat langs, met daarachter vastgekoppeld een levensgrote slee die alle kanten uitslingerde. Strooien deed men met zand vermengd met wat zout. Alleen zout strooien, dat was te duur.

Het meest is me de sneeuwpret bijgebleven. Nog heel duidelijk op mijn netvlies staat het hele grote indrukwekkende fort, een heuse vesting, wat we met zowat de hele buurt op het grote grasveld midden in het dorp hadden gecreëerd.

Het gehele fort was omgeven met grote sneeuwpoppen, die als een soort van ‘wachters voor de poort’ fungeerden, zodat wij, de kasteelheren, jonkvrouwen en ridders in ‘de burcht’ konden genieten van de warme chocomel. Het zijn warme herinneringen van toch wel zo’n halve eeuw terug die bij het zien van de sneeuwvlokjes weer even boven komen drijven.

 

Foto's:


P