12 juni 2016

De trip naar Mount Gambier

Broer van Kasteren

Schijndelaar Broer van Kasteren schreef als 88-jarige in 2010 een kleurrijk, boeiend boekje over zijn veelbewogen leven. In 154 episodes schetst hij niet alleen wat hij zelf meemaakte maar geeft hij tegelijk een treffend tijdsbeeld en beschrijft hij met name op karakteristieke wijze de flora en fauna, het leven in “het veld”. Ook de periode van de Tweede Wereldoorlog en zijn tijd in Australië wordt door hem boeiend beschreven. Vandaag deel 94.

Ik herinner mij dat ik thuis kwam van een verhuizing in de stad. De baas stond mij op te wachten. Toen ik uit mijn truck stapte, zei hij: “Eddy, truck nummer 75 is geladen voor Robe in the South-East. We hebben je nodig, want de vent is een dokter en jij deed een verhuizing voor zijn vriend. Nu wil hij jou ook hebben”. Ik zei dat ik de hele dag al achter het stuur had gezeten. “Wel”, zegt de baas, “ga een uur naar huis om te eten en je te wassen en wat kleren te halen. Dan kom je naar hier. Er gaat een driver met je mee zodat jij onderweg een tijdje kunt slapen in de truck”. Wel, ik heb dat maar weer aangenomen. En wat een chauffeur ging er mee. Die chauffeur, Lyno Moore, was een goede vriend van de baas.
Het was ook een vriend van mij. Een goed werker en een goed drinker. Wel, we hebben dat klusje geklaard. De volgende dag, we moesten toen nog naar Mount Gambier, moest ik op een moment heel erg naar de wc. Er was niets waar ik me achter kon verschuilen. Lyno zei: “Ga achter tegen de truck aan zitten”. Ik deed dat. Ik zat lekker te poepen, toen hij wegreed met de truck. Ik zat met mijn blote kont midden op de weg. Ik dacht: “jou pak ik ook nog wel”.
Ik heb hem voor vuile vis uitgemaakt, en hij maar lachen. Wel, in de avond hadden wij wat bier ingeslagen. We hadden niets meer te doen. Ik stelde voor om naar een drive-in te gaan. We hadden al vlug een drive-in gevonden, maar we hadden pech. De poort van de ingang was niet hoog genoeg om onze truck door te laten. Maar we mochten achterom rijden en moesten dan wel achteraan gaan staan omdat er niemand over ons heen kon kijken. Wel, de film was het aankijken niet waard, maar wij hadden genoeg te drinken. We zaten heel hoog en konden erg veel zien. Soms te veel, want het waren meestal paartjes die naar de drive-in gingen. Dat bracht mij op een idee. Ik liep vlug naar een auto, waar een paartje dicht bij elkaar zat. Ik klopte aan het raam, wat werd opengedraaid. Ik zei hun dat er in die truck iemand zat, die hun aan het bekijken was. Ik maakte dat ik vlug weg kwam. Direct daarna kwam een vrouw uit de auto, ging recht naar de truck, klom op het trapje van de truck en begon te schelden naar mijn makker. Ze maakte hem uit voor “Bastard” en “Dirty Truck Driver”. Toen zij wegging, klom ik weer in de truck.
Mijn makker was erg rood aangelopen. “That stupid wife zegt dat ik haar aan het afkijken was”, zei Lyno. Hij had er geen erg in dat ik hem dat gelapt had.
Ik zei: “Denk eens aan dat poepje van op de weg. Jij liet mij daar mooi zitten toch”? “Wat”, zegt hij, “jij bent naar die auto gegaan”? Ik zei: “Ja, dat had je nog tegoed”. Hij schold zo erg, dat ik hem vroeg of hij dat van die vrouw had geleerd. Dat was genoeg. Hij was boos, maar toch waren wij weer goede vrienden voordat we thuis waren.

Foto's:


0