17 juni 2016

‘Wij leren ze heel goed luisteren’

GEMONDE – Nederlandse politiehonden staan over de hele wereld bekend als de beste.
Een predicaat wat niet zomaar verkregen wordt. Daar gaat een jarenlange, intensieve training aan vooraf. Bij Politie Honden Vereniging Steeds Vooruit uit Gemonde worden honden vier keer in de week op de club, maar ook bij hun baasjes thuis, voorbereid op hun toekomst als surveillancehond bij de politie

Op een keurig verzorgd terrein aan de Gemondsedijk in Gemonde komen wekelijks de leden van Politie Honden Vereniging Steeds Vooruit bij elkaar om hun (herders)honden tot in de finesse te trainen en voor te bereiden op hun werk bij de ‘sterke arm der wet’. De training begint feitelijk al als jonge hond bij het baasje thuis. Daarbij zijn het geen willekeurige hondjes maar ‘pups’ met politiehondengenen. “Het zijn altijd honden waarvan de ouders vier/vijf generaties gecertificeerde politiehonden zijn”, legt PHV voorzitter Willie Toelen uit. Hij vervolgt: “Dat maakt de kans het grootst dat het dier de juiste karaktertrekken heeft voor zijn toekomstige baan als surveillancehond.” Het dier moet naast werklust, moed en een beetje temperament, ook rustig en niet bang zijn in onrustige situaties en boven alles luisteren naar de instructies die het krijgt van zijn baas.”

Daar wordt wanneer het beestje 6 tot 8 weken oud is, al aan gewerkt. “Je leert ze uiteraard zindelijk worden, maar ook luid, zitten, liggen, volgen en dat soort zaken. De truc is om de hond bij goed gedrag van jongs af aan te belonen met bijvoorbeeld een balletje. Daar raakt hij uiteindelijk op gefocust. Hij wil die bal hebben, dus gaat hij luisteren en dingen voor je doen. De échte training bij de club begint als een hond circa 7 á 8 maanden oud is en zijn tanden zijn gewisseld. Voor die tijd kan je ze echter al veel leren”, weet Toelen. Consequent zijn is overigens een sleutelwoord in het hele trainingsverhaal. Dat zijn de leden van PHV zeker. Er is een hele waslijst van zaken waarop getraind wordt voor de dieren op drie jarige leeftijd bij de Koninklijke Nederlandse Politiehonden Vereniging (KNPV) aan een certificaatkeuring deelnemen. Dit getuigschrift is nodig om ‘aangenomen’ te worden bij de politie.

De oefeningen die aangeleerd worden zijn onder andere; Het zowel aangelijnd als niet aangelijnd volgen, het blijven liggen, weigeren van gevonden en aangeboden voedsel tot een klimsprong over een schutting, een vrije sprong over een hindernis, apporteren en het opsporen van personen.
Maar ook het goed inbijten, als niet bijten als iemand zich overgeeft en het bewaken van een verdacht persoon of object. Tijdens de al eerder genoemde keuring wordt een hond verdeeld over diverse categorieën beoordeeld op meer dan 85 onderdelen. Daarmee verdienen zij punten. Indien te weinig wordt het certificaat niet verkregen. Het is aan de hondenbezitter om dan extra te gaan trainen op dat specifieke onderdeel en het later nog eens te proberen.

De trainingen zijn intensief, zwaar, maar dusdanig goed dat de Nederlandse politiehonden bij ‘hondenmannen’ over de hele wereld bekend staan als de beste ter wereld. Eenmaal gecertificeerd kost het dan ook geen enkele moeite om een ‘baan’ te vinden. “Politiekorpsen komen vaak al kijken bij onze trainingen. Onlangs werden er nog twee certificaten gehaald. De ene hond werkt nu bij de Amsterdamse politie en de andere hond is helemaal naar Montana gegaan”, vertelt Toelen. Moeite om uiteindelijk na drie jaar afscheid te nemen van hun hond hebben de leden niet. “Soms hebben we al een pup en zo niet, kopen we er een en beginnen we weer van vooraf aan. Het is onze hobby”, klinkt het opgewekt. Dan resoluut: “We leren ze heel goed te luisteren.” Begin juli gaan de honden van Willie Toelen, Perry Steenbakkers en Jan van Belsen op certificaatkeuring in Eindhoven.

Foto's:


00