05 oktober 2016

“Eigenlijk zijn wij maar een stel boeven”.

VINKEL – Met een groot fanatisme doen drie van de zes Vinkelse imkers hun verhaal. Elkaar corrigerend waar nodig maar ieder met hun eigen bevlogenheid. “Nee, we zijn geen Vinkelse vereniging. We zijn wel lid van Bijenhoudervereniging St. Ambrosius Bernheze. Ieder is individueel met zijn hobby bezig terwijl we samen ook wel weer best actief zijn. Je blijft leren van elkaar. Wat de een niet weet, weet de ander. Ruim een week terug hebben we nog samen onze Vinkelse open dag gehouden. Puur om de mensen kennis te laten maken met de wondere wereld van de bijtjes”, zegt Jan Velthuis uit Vinkel.

door Jan van Ravenstein

Het antwoord van Jan Velthuis, op de vraag of hij geen interesse had in bijen, was kenmerkend bij dit soort verzoeken. “Wat moet ik met bijen?”, was het antwoord. Nu, zo’n zestien jaar later, is hij helemaal idolaat van zijn hobby. Met zes personen (Huub van den Braak, Gerrit Bekkers, Theo Kerkhof, Karel van Orsouw, Tonnie Hanegraaf en Jan Velthuis) beheren ze intussen de Vinkelse bijenvolkeren. “Puur voor de hobby. Het commerciële van bijen houden is weer een heel andere, zeker ook onmisbare tak van de sport. Maar dat laten we graag over aan anderen”, aldus Gerrit Bekkers. “je wordt in feite één met de natuur. Wanneer je de hele cyclus volgt van het bijenvolk is dat zo mooie en inspirerend. Je krijgt daardoor ook een compleet andere kijk op de natuur en vooral hoe we met die natuur om zouden moeten gaan. En daar schort het hier en daar nogal aan. Vorige week las ik nog in de krant dat een bespoten akker een compleet bijenvolk om het leven had gebracht”, aldus Huub van den Braak.

De start
Imkeren moet je leren. Een onomstotelijk feit. Wanneer de Vinkelse imkers opgaan in de bijen materie vliegen de technische termen om je oren. “Na de informerende vraag van Theo Kerkhof ben ik begonnen met een kleine 6- raams kast. In het begin keek ik alleen maar door de glazen plaat naar de bijtjes. Het ‘spel op de klep’ was voor mij heel integrerend. Er is een drukte van belang. Nooit geweten dat ook in de bijencultuur alles is onderverdeeld in doelen en functies. De ‘wachters’ bewaken het domein van de Koningin met verve. Er komt geen vreemdeling binnen, geen wesp, muis of wie dan ook. Daarnaast zijn er de verkenners, halers en werkbijen. Ieder met hun eigen taak. Theo praatte me met grote regelmaat bij en inmiddels was ik me via de lectuur gaan verdiepen in de levenswijze van een bij. Het hoe en vooral het waarom interesseerde mij enorm. Het bleek een wonderlijke wereld”, zegt Jan. De twee collega imkers kunnen het allen maar beamen. “De meeste mensen denk dat bijen je steken. Het gebeurt natuurlijk wel eens ooit, maar over het algemeen zijn het de wespen die dat doen. Het bijenvolk is alleen maar bezig met de voortplanting en eten halen, En daar alleen al hebben ze het hartstikke druk mee“, zegt Gerrit.

Wonderlijk
De natuur is en blijft iets wonderlijks. Het bijenvolk is het onomstotelijke bewijs daarvoor. De imkers proberen in een begrijpelijk ‘Jip en Janneke’ taal de levenswijze en cyclus in beeld te brengen. Best moeilijk nog voor de mannen, getuige het feit dat er met grote regelmaat termen voorbijkomen die de leek enigszins doen duizelen. “De Koningin mag je ook bezien als een soort van moeder. Het ‘volk’ volgt de Koningin altijd. Eén keer komt ze buiten de kast voor de zogenaamde bruidsvlucht. Ze wordt dan bevrucht door de darren (mannelijke bij). Daarna gaat ze naar de kast om er nooit meer uit te komen. Of misschien nog voor die ene keer wanneer ze haar volk in de steek laat omdat het te groot is geworden. De koningin gaat daarna, dag in en dag uit, eitjes leggen in de cellen van het raam. De taakverdeling van de overige dienstbare bijen is ongekend en uniek. Ze verzorgen de Koningin op een jaloersmakende manier. De werkbijen met een levenscyclus van acht weken, voeren en poetsen haar dat het een lieve lust is. In hun korte leven maken ze ook nog promotie door ‘wachter’ te worden. De ‘haalbij’ haalt buiten de nectar en het stuifmeel. De nectar (voor de honing) spuugt ze, uit een van haar twee magen, uit aan de ingang van de kast. De werkbij draagt dan weer zorg voor transport naar de cel. Het stuifmeel, wat hij meebrengt aan zijn achterpootjes is voer voor de jonge bijen. Het werk in de kast is wonderbaarlijk mooi. De celletjes met honing worden als het ware met een vliesje zorgvuldig afgedekt/verzegeld om bederf te voorkomen. Het is hun voorraad voer voor de winter waar ze heel erg hard voor hebben gewerkt. En wij ‘stelen’ dat dan op onze beurt van de bijtjes voor ons eigen genot. Vandaar dat wij eigenlijk een beetje boeven zijn. Maar wees gerust… We geven ze er wel heerlijke ‘winterkost’ voor terug”, aldus de heren imkers.

Natuur
Zonder bijen kan de mensheid niet leven, punt uit. We kunnen niet zonder onze bijtjes, nu niet en nooit niet. In China, waar de vervuiling soms hemeltergend is, bestuiven de mensen inmiddels zelf het plantaardige. Een druppel op de gloeiende plaat. De Vinkelse Imkers: “Daarom is het ook zo belangrijk dat we zorgvuldig omgaan met de natuur. Maak mooie borders met bloemen, indien mogelijk voor- en najaarsbloeiers. Gebruik als het enigszins mogelijk is geen vergif. Grote velden met maïs zijn helaas geen opties voor de bij. Het is op dit moment al zo ver dat in de stad, door de vele parken, een bijenvolk beter kan gedijen dan op het platteland. Vandaar onze dringende ‘bloemen’ oproep aan de bevolking.
Op de open dag hebben we onder andere laten zien hoe belangrijk de bij is voor de mens. Gelukkig waren de kinderen talrijk aanwezig en zeer leergierig. Dat geeft hoop voor de toekomst. Want bijen, het moge duidelijk zijn…. We kunnen ze niet missen, geen dag, geen uur geen minuut.

Foto's:


iiiiiiiiiiiiiiiiii