30 november 2016

IN DE BIECHTSTOEL: ROOS VAN DER KALLEN: “MIJN DORP IS MIJN ALLES”.

 Roos van der Kallen (64) is geboren op de grens van Rosmalen en Nuland. Inmiddels is deze veelzijdige duizendpoot, Nulander in hart en nieren. Grote bekendheid verkreeg ze door met het ‘Beste Buurtplan’, samen met Geffen en Vinkel met het grootste gemak 25 duizend euro voor de drie kernen binnen te slepen. De Dorpsraad heeft vanuit haar initiatief het levenslicht mogen zien. “Ik kan nu eenmaal niet stilzitten”, aldus Roos. Op dit moment is ze druk met de organisatie van de jaarlijkse kerstmarkt in haar dorp. Een bezige, soms iets te bescheiden, dame die alles over heeft voor haar dorp en de leefomgeving. Tien (biechtstoel) vragen voor Roos van der Kallen.

Door Jan van Ravenstein

Geloof je?
Ze moet even nadenken. Natuurlijk vanuit haar opvoeding is de kerk nog wel aanwezig. Maar dan wel ergens heel ver achterin, als ik eerlijk ben. Een voorbeeld. Vroeger dan kregen ongedoopte kinderen geen echt graf. Ze kwamen ergens achter op het kerkhof in ongewijde aarde te liggen. Dat bijvoorbeeld,\. Wat ins hemelsnaam heeft zo’n kindje fout gedaan. Ik heb het nooit kunnen begrijpen, wie bedenkt zoiets. En daarnaast de vele perikelen die in de loop der jaren voorbijgekomen zijn, en niet alleen vanuit Rome, die mij hebben mij doen afhaken. Ik geloof vooral in de mens zelf. “Tenminste, voor het overgrote deel”, lacht ze. Iedereen verdient, mits ze een beetje goed hebben geleefd, naar mijn bescheiden mening een plekje in de hemel. En wie of wat, dat maakt volgens mij niet uit.

Wat is een goede eigenschap van je?
Ja hallo. Zeg je dat van jezelf. Maar als het dan toch moet. Nooit opgeven, en er zijn meer wegen die naar Rome leiden, positief denken misschien, ondernemend zou ook nog wel passen denk ik. Eind jaren zeventig heb ik in Rosmalen nog een handwerkwinkeltje gehad. En wanneer ik denk aan het beste Buurtplan van toen. Jawel, door onze positieve instelling en vooral het feit van nooit opgeven, hebben we samen dat doel bereikt. O ja, in 2006 ben ik met slijterij het Oorlam ook nog verkozen tot ‘Nulands Ondernemer van het jaar’ en in 2008 kreeg ik de titel ‘Nulander van het jaar’. Nooit opgeven en alles positief bezien, het klopt toch wel voor een deel, toch?

Wat is je grootste zonde?
Och, ik ben niet zo’n zondaar. Maar als er wordt bedoelt wat voor tekortkomingen er zijn dan kan ik zonder problemen een rijtje aanmaken. Dat komt ook wel door het feit als ik ergens mee bezig ben dat ik me er dan met men hele ziel en zaligheid in vastbijt. Of het nu de kerstmarkt is, de politiek of voorheen de dorpsraad. Als je iets doet, doe het dan goed, is mijn credo. En ja, dan komt ‘prive’ wel eens (iets te vaak) op het tweede plan. Maar thuis kennen ze me inmiddels, van haver tot gort…. En ze hebben me het vaak al op voorhand vergeven.

Wat zou je grote wens nog zijn?
Politiek. Ik heb met de samenvoeging als lijstduwer gefungeerd en toch werd ik nog bijna verkozen met voorkeurstemmen. Dat was echt jammer toen. Ja, de politiek. Ik zou nog heel graag een aantal jaren de Nulandse en Vinkelse belangen vanuit de partij Rosmalens Belang behartigen. Hun slogan: “altijd dichtbij”, spreekt mij zeer aan. Wie weet wat de toekomst nog brengen zal.

Waar kun je heimelijk van genieten?
Dit is wel de aller makkelijkst vraag. En ik kan er heel kort over zijn. De kleinkinderen natuurlijk. Natuurlijk zijn we ‘oppas opa en oma’. Bestaat er iets mooiers? De uitspraken die ze doen, hun stralende gezichten, het knuffelen. Dat is alleen maar, puur genieten.

Wat stuit je het meest tegen de borst?
Oneerlijkheid en achterbaks. Ik kan het bijna niet uitleggen wat voor een onmenselijke pijn het geeft wanneer een vertrouweling van jou onwaarheden van je wereldkundig maakt. Daar ben je niet alleen kwaad over, dat doet je enorm verdriet. Het snijdt, en maakt daarbij hele diepe blijvende groeven, in je ziel. Het is zo oneerlijk. Je vertrouwen, wat ik voor meer dan 100% had, krijgt daardoor een enorme knauw., kan ik je vertellen

Van wie kun je nog wat leren?
Van iedereen. Als je maar wil luisteren. Van de rust die mijn man Frans (68) uitstraalt. Had ik daar maar een klein beetje van. Die rust was zeker bij hem toen hij, samen met een truckchauffeur, in 1985 een mevrouw heeft gered uit een brandende auto op de snelweg Eindhoven-Geldrop. Hij ontving daarvoor een Europese onderscheiding ontvangen. De oorkonde: “Comitato Il Samaritano”. Per jaar wordt er daarvan maar eentje in de EU uitgereikt.

Wie of wat is je grote voorbeeld?
Mijn vader en moeder. Prachtmensen waren dat, waar ik een hele grote bewondering voor heb. En, voor de Nulandse Gerarda van der Biezen, wat een mooi mens was dat. Iedereen kende haar. Helaas is ze ons ontvallen, zo jammer. Ze deed haar eigen ding, op haar eigen onbevangen manier en ook nog eens tot op hoge leeftijd. Grada, we gaan je nooit vergeten.

Met wie zou je een Weesgegroetje willen bidden?
Ik ben niet zo van de Weesgegroetjes, maar ik snap wat je bedoelt. Vaak moet ik denken aan de vele vluchtelingen die we herbergen. En wanneer ik de tv beelden zie, waar je complete gezinnen ziet in de diverse kampen. In een tentje, zo hulpeloos alleen. Huilende kleine kinderen, hummels nog maar. Wanneer ik dan denk aan onze luxe. Een warm huis, volop te eten, Sint en kerst…. Stel toch eens dat wij, onze kinderen en kleinkinderen in een ver land, in zo’n tentje, ver van huis… Dan bekruipt me wel het gevoel van de oneerlijkheid in deze grote boze wereld..

Heb je verder nog iets op te biechten?
Biechten ja. Ik weet het nog van vroeger. Toen wist ik al niet wat ik moest zeggen. Vaak was het een verzinseltje, niet dan. Snoep uit de snoeppot of ongehoorzaam geweest. Maar welk kind had dat niet. Weet je, biechten is ook een soort van eerlijkheid aan de dag leggen. Open zijn, tegen wie dan ook. De woorden van ons ‘mam’ klinken na al die jaren nog altijd in mijn oren: “Mèske, irlikhed.. da duurt gewoon alted ut langste, onthou da goed”.

roos

Foto's:


r