24 januari 2018

SPIT

Spit. Ineens heb je het, en waar het vandaan komt: “Joost mag het weten”. En dat het heftig is, heb ik ook mogen ervaren.

Even terug in de tijd. Jaren terug hebben de heren doktoren zich gebogen over mijn intense rugpijn wat na onderzoek, foto’s en een scan een fikse hernia bleek te zijn. “Meneer, u zit tegen een dwarslaesie aan, zo heftig is uw aandoening. Hier moet meteen worden ingegrepen”, die woorden van de neuroloog kwamen als een mokerslag aan, kan ik je vertellen. Zo ongeveer een week later lag ik op de operatietafel voor die pittige rugoperatie met daarna een maandenlang herstel.

In de vorige eeuw heb ik tijdens mijn slagerij werk met het uitbenen met een mes in mijn buik gestoken. Je schiet uit, en voordat je het weet, voordat je het zelf ook maar een moment beseft in feite… ben je met je vlijmscherpe mes in en uit in je buik geweest. Het klinkt heel heftig, en natuurlijk was het dat ook wel.. Maar op ‘het’ moment had ik het hele gebeuren met een ‘pleistertje plakken’ af willen doen, zo klein was het sneetje. De ervaring leert dat het anders gaat met dit soort gebeurtenissen. Opname en een operatie plus twee weken verblijf in het ziekenhuis met de nodige herstelweken.

Waarom haal ik die gebeurtenissen aan. Ik moest er weer aan denken toen ik vorige week was geveld door het fenomeen spit, met de daarbij behorende pijn. Qua pijn vielen de hernia of de messteek en de daarbij behorende operaties in mijn voorstellingsvermogen bijna in het niet. Spit. Bijna zou ik hier de vloekwoorden weer willen bezigen die ik vorige week, bij ook maar de minste beweging van mijn lijf, over men lippen hoorde komen. Mijn omgeving waren die krachttermen van mij zeker niet gewend en ze taxeerden daarmee de ernst van de zaak behoorlijk goed in.

Spit. “Je wenst het je grootste vijand niet toe”, een spreekwoord met een hele grote kern van waarheid. Probeer je voor te stellen dat je, zittend op een gewone stoel, niet weet hoe je rechtop moet gaan staan. Laat staan dat je op bed of bank ligt… “Of ze met een mes in je billen en rug steken”.

De nachten, ook zoiets. En je moet, of je nu graag wil of niet, een keertje naar het toilet. Een martelgang, kan ik je vertellen. “Gaat het”, vroeg mijn eega. Nee dus.. Kruipend op mijn knieën zag ze me gaan, langs het bed… door de hal om me daarna heel liefdevol op het toilet te hijsen… Help, wat kan een mens zich dan hulpeloos voelen.. Spit, graag nooit meer.

 

Foto's:


P