10 september 2019

Klets van ons Eigen

Nog maar een paar maanden en we kunnen in gaan pakken. Dat vooruitzicht stemt me nog niet eens zo somber. En de kinderen kunnen niet wachten.

Natuurlijk niet. Onze jongste, de Vrolijke Sloper oftewel de Bloedtijger, weet al hoe ze haar kamer in wil richten. Ze wil een junglekamer. Met tijgers. En een tekenmuur. Vooral dat laatste leek me een goed idee. Zo’n gave pinterest-muur met krijtverf, papier en stiften. Munne Mins keek me aan alsof ik gek geworden was. Krijtverf? Maar de Vrolijke Sloper wist meteen waarom: “Maar dan kan ik wel op de muur tekenen, papa!”

De middelste, de dromer, de Brokkenpiloot, wil een hoogslaper. Gewoon omdat haar zussen ook een nieuw bed krijgen. Dat haar mama dan elke keer op die ellendige ladder naar boven moet, heeft ze nog niet bedacht. En ze wil een kaptafel. Ze zegt nu al (bijna 7 jaar) dat ze zichzelf met make-up mooier vindt, dan zonder. Dat wordt nog wat. Gelukkig wil ze later wel visagist worden – dus dan is het toch nog een beetje verantwoord.

De oudste, de Prinses op de Erwt, krijgt ook een hoog bed. Gewoon omdat het kan. Ze wil een paarse kamer. Ze wordt ook alweer bijna tien jaar, dus heeft ze niet veel meer nodig dan een bureau en een bed. En iets waarop ze kan chillen, ofzo. Maar ze wil vooral verhuizen, omdat ze dan op de fiets naar haar vriendinnen kan.

Twee huizen naast ons wonen vriendjes. Ik heb maar alvast gemeld dat wij ’s ochtend – ook in het weekend – vaak vroeg op zijn. Dus dan kunnen ze met gerust hart komen spelen. Vriendjes in de buurt, het is een droom die uitkomt voor mijn meiden. En ik hoef maar de straat over te steken en ik kan koffie drinken bij een vriendin.

We hebben er eigenlijk allemaal wel zin in. Dat komt wellicht ook omdat ik denk: het komt allemaal wel goed. Ooit hadden we 200 dozen nodig om van een appartement in een huis te gaan wonen. Inmiddels zijn er drie dochters bij. Maar ik denk nog steeds: komt vast goed.
Het zal me nog wel tegenvallen. En ik zal ook wel momenten gaan hebben van immense stress. En af en toe huilen. Maar dat hoort erbij toch, bij een verbouwing en verhuizing. Gewoon verstand op nul en verlangend uitkijken naar het moment dat we helemaal klaar zijn. Dat de kerstboom staat en we er – waarschijnlijk nog tussen de dozen – van kunnen genieten dat het gelukt is. Dat de wens vervuld is om naar ’t Ven te gaan.

Tot die tijd blijft het nog even bij dromen. Meubels groene en rode stickers geven. En nog een ronde flink opruimen. Boeken inpakken en zomerkleren alvast in de kasten hangen. We kunnen echt niet wachten!

Groetjes Kleine Ven

Foto's:


0