19 maart 2016

Column 300 woorden: Oma Ies

Een half jaar geleden vroeg een van mijn beste vriendinnetjes me of ik twee uur in de week ‘over’ had om haar oma en opa te helpen in het huishouden. Mijn vriendin kent mijn situatie als alleenstaande moeder en dacht dat ik dat extraatje wel zou kunnen gebruiken.
Dat laatste is zeker waar, maar een uur of twee ‘over’? Ik werk namelijk ook nog drie dagen in de week en ik ben fotografe en ik zing. En oh ja… ik ben moeder. Dus druk genoeg.
Maar toch ben ik sindsdien iedere maandagochtend te vinden in het appartement van opa en oma Ies.
Wat ik er kom doen, vraag ik overigens me weleens af, want er is geen vuil te vinden. En omdat oma bang is dat ik te moe word, werkt ze met haar 84 lentes jong ook nog eens gestaag mee. Met een plumeau vist ze de, volgens haar, grote bollen spinrag tussen de lampen uit (er zit niks, maar toch) en sopt ze de stoelen van wel honderd jaar oud. Ze klopt de kleedjes van de tafel uit op het balkon en hangt de badmatjes te luchten.
Ik doe een beetje wat er rest. Stoffen en stofzuigen. En och vooruit,… de badkamer.
Voordat ik mijn eerste sopje vies heb roept ze al dat er koffie is.
En dat betekent vooral even bijkletsen. Oprecht geïnteresseerd vraagt ze me van alles over mijn meiden, mijn werk, mijn zang, mijn vriend etc.
Het is een warm bad en als ik weer aan het werk wil, zegt ze standaard… niet te hard werken hè? Straks word je nog moe.
En dan zijn er dus nog mensen die me vragen of ik gek ben? En of ik niets beters te doen heb?
Maar lieve mensen, er is geen betere werkgever dan Oma Ies. En weet je wat? Ik voel me er waardevoller dan waar dan ook. Dus stoppen bij oma en opa. Nooit!

Flore