07 mei 2016

Bokma Boys bezingen hun dorp: ‘Bè ons in ‘t Wèppus’

Ze bestaan al meer dan 35 jaar, maar optreden doen ze maar mondjesmaat. Opnamen waren er niet. Nu hebben de Bokma Boys zowaar een cd gemaakt. Aanleiding was hun eerste eigen compositie, een lofzang op Wijbosch.

 

Pastoor Verhoeven schreef een boekje over de honderdjarige Servatiusparochie Wijbosch en het kerkdorpje kwam ongetwijfeld in zijn gedichtjes voor. Wijbosch komt ook voorbij in “Als de sterren” van de Blekke Ploeg. Maar een heus lied over Wijbosch ontbrak nog. Met “Bè ons in ‘t Wèppus” hebben de Bokma Boys Wijbosch nu ook muzikaal op de kaart gezet.
Wie anders dan de Bokma Boys zou je kunnen zeggen. Want inheemser komen ze niet. Henri en Tonnie Rovers, Piet van Geffen, Hans Claassen en Tonnie van Dommelen woonden toen ze begonnen allemaal op nog geen honderd meter van elkaar, zijn zo ongeveer allemaal familie en komen al meer dan 35 jaar wekelijks bij elkaar om te repeteren.
Hun repertoire bestaat uit blue grass, country en folk klassiekers die zij een paar keer per jaar ten gehore brengen. Wat nog ontbrak was een eigen nummer. En wat ligt er dan meer voor de hand dan een nummer schrijven over je eigen dorp? “In Ierland heeft ieder dorp zijn eigen lied. Dat bracht ons eigenlijk op het idee,” zegt Tonnie van Dommelen. Al twaalf jaar gaan de Bokma Boys ieder jaar in januari naar Dublin om inspiratie op te doen. In fameuze kroegen als The Brazen Head worden zij als verloren zonen begroet en in The Celt hangt zelfs hun foto aan de muur.

Aan Bè ons in ‘t Wèppus heeft de band enkele jaren gewerkt. De eerste versie klonk op de diamanten bruiloft van de ouders van Van Dommelen. Daarna is er nog het nodige aan de tekst geschaafd waarbij ieder bandlid zijn duit in het zakje deed.
Het eindresultaat is een nostalgisch beeld van Wijbosch in de jaren zestig, de jeugdjaren van de Bokma Boys. De tijd toen ‘t Haontje wiens preken om hun lengte en saaiheid gevreesd waren, pastoor was en pastoorsmeid Bertha de scepter zwaaide in de pastorie. Toen keuterboer Bertus den Blanken schillen ophaalde voor zijn beesten; toen schaapherder Jan d’n Baltus met zijn kudde nog een spoor van keutels op de ventweg achterliet. Toen je in Wijbsoch voor boodschappen nog naar Duffhues en de Spar kon. Toen je bij de kolenboer ging tanken en kon sparen voor een langspeelplaat van Corrie en de Rekels met daarop onder meer het prachtnummer “Ik zie de zon weer door de (!) raam”. Toen het café van Mies Steenbakkers ook doordeweeks open was en je tegenover bij Wouters friet ging halen. Kortom, de tijd dat het kerkdorp nog bijna je hele leefwereld vormde.

Toen het lied zijn definitieve vorm had gekregen, moest het ook maar op cd worden vastgelegd. Aangezien zelfwerkzaamheid de Bokma Boys eigen is, verbouwden zij de repetitieruimte bij Henri Rovers tot studio. In het afgelopen half jaar werd de cd “Bè ons in ‘t Wèppus” opgenomen, waarop behalve het titelnummer ook kloeke uitvoeringen staan van You ain’t going nowhere, Galway Girl, The Ballad of Jed Clampett, Dirty old town, Allons Lafayette, Shackles and chains, I wonder where you are tonight, Dueling Banjos en The Fields of Athenry.
Van het titelnummer is ook een clip gemaakt die te vinden is op Youtube.

Op zaterdag 21 mei om 20.30 uur houden de Bokma Boys hun eerste cd ten doop in dorpshuis De Schakel.
Kaartjes à 2,50 euro, zijn te bestellen bij Hans Santegoeds (06-28057131 of 073-5493 494. De cd is voor 7 euro te koop tijdens de presentatie en later bij de bandleden.

“Ut Bergvolk is ur nie mer, de Hei is nouw de Duinweg,
De meule maolde toen nog graon en rog.
Ja, ‘t Weppus is verandert en un deel kumt nie mèr terug,
Mar mense, we weete ut allemaol nog.”

 

Foto's:


0