Donderdag 23 juni. Plak, plak, plak, 30 graden, plak, plak. De buitensporige regenval van de afgelopen week verdampt nu in een tropische luchtvochtigheid, plak, plak, plak.
Even opfrissen, maar ja, zie dat ‘gesmolten’ T-shirt maar eens van je lijf af te krijgen. Na een eenmalige – niet voor herhaling vatbare – danssolo, waarin het lijkt of ik met kromgebogen rug en klauwende handen probeer het vel van m’n lijf te trekken, kan ik eindelijk onder de douche. Ander shirt, plak, plak.
Lekker buiten eten met een biertje onder de parasol, plak, plak. Windstil en samenpakkende wolken na een snikvochtige dag. Plak. Loodgrijze lucht inmiddels.
Drupje. Tweede. Lichtflits, drup … drup. Drop, drop … parasol binnen, tafel snel afruimen …oh! de hangmat!!! Nog nèt.
Plens, plens, klets, klets, klets, straal, guts,
“Zijn de ramen dicht?”
“Waar is de hond? De dekbedden hangen nog over de waslijn!!!”
Guts, guts, flits, flits, flits, hoos, wolkbreuk,
in kletterende stralen zeikt de hemel zich leeg,
plens, plens, spat, drop, drop, drup.
Drup … drup.
Zachtoranje achter de paarse wolken die langzaam afdrijven naar het zuiden en daarmee ook de lichtflitsen.
Minder plak, geen overlast want het water kan bij ons de tuin in of de sloot.
Ik voel dat we ontsnapt zijn aan iets veel hevigers. Wij kregen 10 jaar geleden een gigantische valwind over ons heen. 128 populieren afgeknapt en 6 zware eiken dwars over de Eerdsebaan.
Maar als ik om 0.00 uur “noodweer” google, dan zie ik bizarre beelden voorbijkomen, van een ondergelopen raadszaal in Valkenswaard tot hagelstenen zo groot als tennisballen. We zijn inderdaad ontsnapt.
Zelfs 10 jaar geleden zijn we er goed van af gekomen. En ik weet dat we in de toekomst nog vaak zullen ontsnappen, maar – ik zie de bui al hangen – ooit een keer niet…
Henk