29 september 2016

 

 

Ze kwamen er in een tijd dat het niet gemakkelijk was een baan in het basisonderwijs te vinden. Maar wat nu De Regenboog heet, beviel ze zo goed, dat ze er al 25 jaar in dienst zijn en absoluut niet weg willen. “Het is best een kik om te werken op de school waar ik zelf heb gezeten”, vindt Jeanne van Zutphen, die nu les geeft aande middenbouw. Net als haar collega’s Gerry van de Loo (kleuters), Mieke van Goor (groep 7) en Angela Brüggink (groep 6) viert ze vrijdag haar jubileum.

 

Een kwart eeuw geleden waren de verschillen tussen scholen nog niet zo groot. Je kwam uit een bepaalde wijk en ging dus daar naar school. In het geval van de Regenboog waren dat de wijken Hoevenbraak in Schijndel of het dorp Wijbosch. Beide scholen gingen in 1996 samen. Op de kleuterjaren na werd er vooral klassikaal les gegeven. De computer was er nog niet. “Als we een vergadering hadden, kwam de agenda via een briefje in ons postvak”, herinnert Mieke zich.

Eigen weg

Tegenwoordig kiezen onderwijsinstellingen veel meer hun eigen weg. De Regenboog liet een jaar of tien geleden het werken volgens methodes – zeg maar de boekjes – los. In plaats daarvan kwamen leerlijnen. Ieder kind kan zich veel meer in eigen tempo en op zijn eigen wijze ontwikkelen. Het einddoel is vastgesteld, de weg erheen is een individuele. De school was eigenlijk al voor de term werd ingevoerd bezig met Passend Onderwijs, het in huis houden van leerlingen die voorheen naar het speciaal onderwijs gingen.
De vier zijn wel blij met de keuzes die de school maakt, waarbij persoonlijke talenten naar voren komen. Mieke geeft een voorbeeld. “We hebben een groentetuin bij school. Er zijn leerlingen die misschien niet zo goed zijn in rekenen, taal en spelling, maar helemaal opgaan in de tuin en daar veel voldoening uit halen. Zeg je ‘Jij bent mijn hovenier’ tegen zo’n jongen, dan zie je hem groeien.” De school heeft een keuken waar kinderen kunnen koken. In de bovenbouw is het crea-atelier, waar kinderen uit de groepen 6, 7 en 8 samen allerlei kunstzinnige dingen doen. Kortom: ieder kind heeft volgens de leerkrachten wel een talent. En dat kan op school boven komen drijven.

Glas

Daar komt nog bij dat De Regenboog tegenwoordig in een modern gebouw zit, met klaslokalen rondom ‘leerpleinen’. “Dat is heel wat anders dan een lange gang met aan weerszijden lokalen”, klinkt het. “Er is veel glas, zodat alleen al het gebouw eenheid uitstraalt. We zijn echt een team. Mede dankzij een hele goede directie.” Een voorbeeldje? Angela: “Vrij vragen doe je natuurlijk in principe niet. Als het niet anders kan, dan doet de directie niet moeilijk. Maar als Adrie (de directeur, red.) een keer in de knel komt met zijn rooster zijn we ook altijd bereid hem uit de brand te helpen en een dagje extra te komen.”
Nog een belangrijke ontwikkeling in de laatste 25 jaar: langzaamaan werd de mannelijke leerkracht een zeldzaamheid. Over de oorzaken zijn de vier het wel eens. Hoge werkdruk tegen een niet al te hoog salaris en vooral het gebrek aan doorgroeimogelijkheden. “Voor ons geldt vooral: waar halen we voldoening uit, wat vinden we belangrijk?”, verklaren de dames waarom zij toch voor het onderwijs kiest. Dat er zo weinig mannen zijn, is een slechte ontwikkeling. “Het zou goed zijn voor de balans in het team en voor de leerlingen als er meer mannen waren”, zijn de vier het roerend eens.

Zelf moeder

De vier begonnen dus met hun deeltijdbaan in 1991. Dat er juist in die periode zoveel nieuwe leerkrachten kwamen, is wel verklaarbaar. En het past ook een beetje in de persoonlijke geschiedenis van het kwartet. Voor geen van hen was het de eerste baan. Drie van de vier stonden al begin jaren tachtig voor de klas en kregen toen kinderen. In deeltijd werken was destijds geen optie, met als gevolg dat ze ontslag namen. Toen ze terug wilden komen op de arbeidsmarkt, moest dat vooral met invalbaantjes. Juist begin jaren negentig brak de deeltijdwerker in het basisonderwijs door. Sommige ‘oude’ personeelsleden gingen minder uren voor de klas staan. Om dat mogelijk te maken waren andere deeltijdwerkers nodig. En zo kon het dat er in korte tijd nogal wat nieuwe leerkrachten nodig waren.
Het moederschap heeft ze meer bewust gemaakt van hun positie. “Ik besefte nog meer hoe belangrijk het is om genuanceerd met ouders over kinderen te praten”, vertelt Mieke. Angela: “En je moet goed nadenken over wat je op een rapport schrijft.” “Je voelt als moeder meer hoe het binnenkomt”, voegt Jeanne toe. “En dat je niet te star moet zijn.”
Het 25-jarig jubileum wordt vrijdag gevierd met de leerlingen, collega’s en genodigden. Hoe precies, dat weten de vier ook niet precies. Mieke:”We worden om 10 uur op school verwelkomd en we hebben de kinderen verteld dat er die dag niet geleerd hoeft te worden.”

Foto's:


0