Iedere week is het raak. Dan komt mijn oudste dochter thuis van school met een berg huiswerk waar inmiddels niet alleen zij, maar ook ik huizenhoog tegenaan hik. Het taalgedeelte en vakken zoals Aardrijkskunde of Biologie zijn probleemloos, maar het rekengedeelte is andere koek.
Getallenlijnen, breuken, staartdelingen en procenten. ‘Mam, ik kan het niet hoor. De juf legt niks uit en ik snap er geen zak van.’
Ik ook niet! Rekenen was nooit mijn vak en ook al kan ik deze stof nog net behappen, het uitleggen is een andere uitdaging. Mijn methode blijkt namelijk verjaard en daar help ik haar dus geen steek verder mee. Bovendien is het niet de manier waarop de juf haar berekening wil zien.
Op internet zoek ik me suf naar rekenmethodes voor groep 8. Er blijken er meerdere te zijn. De meest voor de hand liggende print ik uit en leg ik mijn dochter voor haar neus. Die is inmiddels in tranen en haar concentratieniveau is net zo hoog als die van een pinda. Frustraties lopen op bij ons beide.
Ik weet niet meer hoe ik moet rekenen met een getallenlijn, laat staan dat ik nog begrijp hoe een staartdeling werkt. We eindigen dus andersom. Dochterlief die mij uitlegt hoe ik met een staartdeling moet rekenen en hoe de getallenlijn werkt. Haar huiswerk ligt er nog.
Iedere som kost ons een half uur. En het zijn er maar twaalf hoor, dus tel uit onze winst. Dat wordt dus geen voetbaltraining voor haar vanavond en koken kan ik ook wel vergeten. Pizza dus!
Uitgeblust zit ik drie uur later op de bank. Haar huiswerk is af, maar als dit een voorbode is voor wat we volgend jaar in de brugklas gaan krijgen, dan mag ik mijn borst weleens goed nat gaan maken.
Flore