300 woorden
Afgelopen zondag, geen plannen en zeer verveelde kinderen thuis. ‘Wat willen jullie dan gaan doen?’
Na een hoop onmogelijke voorstellen zoals Efteling, zwemmen, dierentuin en meer van dat soort gedoe, besluiten we om naar Parade in Den Bosch te gaan. Daar staat de grote wensboom van Joris Linssen, er zijn vuurkorven, er zingt een kerstkoor, er is warme chocolademelk en glühwein én er is een schaatsbaan.
Ik denk dat we samen met half Brabant dit plan hebben gehad, want alleen al om in de parkeergarage te komen, staan we ruim een half uur stil. Tussen hordes andere mensen slenteren we stapvoets richting de Parade. Leuk hoor, zo’n middagje kneuterigheid.
Eenmaal aangekomen bij het winterfestijn is het slechts de schaatsbaan die de kinderen trekt. Niks geïnteresseerd in een wensboom of kerstkoor. Er moet en zal meteen geschaatst worden. Prima dan. Nadat ik vier paar schaatsen heb aangedaan bij de kroost en de kids lachend en blij rondjes glijden op het gladde ijs, staan vriendlief en ik even buiten bij de vuurkorf te kijken naar de grote boom.
Een wensboom! ‘Wat hebben we nog te wensen schat?’, vraagt vriendlief. ‘Oh genoeg’, denk ik. Maar ik besef tegelijkertijd dat dat een vrij hebberige gedachte is. Want alles wat ik kan bedenken heeft meer met materialisme te maken dan met andere dingen.
Ik kan oprecht zeggen dat ik intens gelukkig ben. Ik heb twee fantastische ouders die al veertig jaar getrouwd zijn deze week, ik heb (meestal) de liefste kinderen van de wereld, ik woon in een prachtig huis, heb een leuke baan, lieve vrienden en familie en ben intens gelukkig met vriendlief.
‘Laat die wensen maar over voor andere mensen’, zeg ik hardop. En terwijl we allebei beseffen dat dat de waarheid is, lopen we hand in hand naar de schaatsbaan, waar we blij worden van de rode wangen van onze kroost.
Ik wens u dus bij dezen net zoveel geluk en liefde in 2017 en mooie dagen samen.
Flore