Via mijn broer had vriendlief een ‘handige navigatie app’ om te wandelen. Nou dat kwam goed uit, want we waren met de hele familie in de Ardennen. En als je ergens lekker kunt wandelen is het wel in de Ardennen. Zogezegd, zo gedaan dus.
‘Hoe lang duurt die wandeling ongeveer, in verband met de honden?’, vraagt mijn vader. ‘Nou dat is wel te doen hoor, het uitkijkpunt ligt op ongeveer 2 kilometer van ons huisje, dus zeg een kleine 5 kilometer heen en terug. En er is nog een leuk bistrootje in de buurt ook. Kunnen we meteen lekker warme chocomelk drinken en voor de honden wat water.’ U hoort het, vriendlief was helemaal voorbereid. Dit kon alleen maar leuk worden.
NOT!
Na een wandeling van een uur was het pad inmiddels ver te zoeken. Struinend door het bos, over prikkelstruiken, steil omhoog, toch weer naar beneden, ons vastgrijpend aan zwiepende takken om niet om te vallen. Tot overmaat van ramp ook de hond kwijt, kinderen dorstig, moe en met iedere stap verder het woud in, chagrijniger.
‘Leuke app’, bromt mijn vader, die al struikelend zijn knie verdraait en inmiddels met een lange stok als hulpmiddel de wandeling voortzet. ‘Bel onze Niek maar.’
Niek, mijn broer, is inmiddels ook op weg, maar heeft wèl het pad gevonden en gevolgd, dus is al lang en breed bij het uitkijkpunt geweest.
‘Waar zitten jullie dan?’, vraagt ie doodleuk. ‘Stuur anders even een fotootje.’
Een foto? Alsof dat zinvol is. Op de foto is niets anders te zien dat het diepe woud van de Ardennen, waar wij inmiddels al bijna twee uur rondstruinen en geen steek verder komen.
Na lang zoeken, zuchten en steunen vinden we eindelijk iets wat op een soort pad lijkt en uitkomt bij een dorpje. Hieperdepiep hoera. Zelfs de honden zijn doodop en lopen geen meter meer.
Nu blij dat we worden opgehaald met de auto.
En die app? Die gooien we weer van de telefoon af. Kansloos.
Flore