johan_van_herpen

14 januari 2016

In de biechtstoel: Johan van Herpen uit Geffen

GEFFEN – “Ik in de biechtstoel. Natuurlijk, waarom niet?” Was de spontane reactie van Johan van Herpen, voormalig supermarktondernemer. Geboren in Heesch, maar inmiddels zo ingeburgerd in de Geffense gemeenschap, dat hij zich op en top Geffenaar voelt. Hij is juist klaar met de realisatie van het nieuwe Jumbo-onderkomen in combinatie met de bovenliggende appartementen. “Een project wat best veel hoofdbrekens heeft gekost. Maar dat kun je ook zien als een uitdaging en dan krijgt het al meteen een andere dimensie”, aldus Johan.

Door Jan van Ravenstein

Geloof je?

Een oprecht ja. Ik ga met plezier naar de kerk. Ik kijk ook uit naar de preek van onze Pastoor, David van Dijk. Bijna wekelijks heeft hij een bijzonder goede boodschap, echt knap! Zijn grote kracht is hoe hij ingaat op de actualiteit. Zijn verhaal over de hedendaagse vluchteling, gerelateerd aan de geboorte van Jezus in een stal. Of zijn preek over social media, onze hedendaagse communicatie. Daar complimenteer ik hem graag over.

Wat is je grootste deugd?

Een goede eigenschap over jezelf vertellen? Het voelt als, zo snel pochen over jezelf. Ik denk dat ik vaak op zoek ben naar andermans talent. En daar bedoel ik mee dat je best vaker iemand mag aanmoedigen, een compliment geven. Voorzie iemand van zelfvertrouwen, dat is zo belangrijk.

Wat is je grootste zonde?

Mijn omgeving zal voor deze vraag meteen een antwoord hebben. Op tijd komen. Maar ze weten vaak niet de echte reden waarom ik wel eens te laat ben. Ik probeer namelijk altijd zeventig minuten in een uur te stoppen. En ik weet ook wel dat zoiets niet kan, met als resultaat het te laat zijn. Dáár moet ik nog meer werk en energie instoppen, zegt mijn vrouw Els terecht.

Wat koester je het meest?

Dit is de makkelijkste vraag. Mijn gezin natuurlijk. Mijn vrouw, kinderen, hun partners. Mijn kleinzoon, wat een prachtige ervaring is dat steeds weer. De herinnering aan mijn ouders, mijn broer Martin die is verongelukt. Broers en zus, de kouwe kant… Moet ik nog even doorgaan, nee toch… Ik ben een echt familiemens. Na het overlijden van mijn vader en moeder is dat alleen maar sterker geworden.

Waar kun je heimelijk van genieten?

Van best veel. Wanneer onze muziekvereniging WIK een uitvoering geeft of het moment dat ik met mijn twee zonen een mannenweekend heb. Wanneer ik met mijn Gildebroeders De Kuipers, Piet, Luciën en jongste broer René een lang weekend op pad ga. En… van een mooi glas wijn. Zie je het voor je… met familie en/of vrienden, zittend in een, door spelend vuur, verwarmde tuinkamer. Uitkijkend over de weidse velden, links daarvan in het schijnsel van de ondergaande zonnestralen de schitterende korenmolen De Zeldenrust met haar kolossaal ogende wieken. Dat, ja dat is het ultieme: heimelijke genieten.

Wat stuit je het meest tegen de borst?

Soms een heleboel. Achterbaksheid, afgunst, dubbele agenda, zijn er zo een paar. En oneerlijkheid, trage beslissers en ook van die mensen die altijd zeggen: “Hakkut mar gewete, dan..”. Vroeger bezigde ik daarvoor wel eens een spreuk. “De ondernemer of diegene die zich weleens vergist, brengt meer geld in de kist, dan de perfectionist die zich allen maar druk maakt om de nagels van de kist en daardoor de aansluiting mist”. Daar moeten sommigen onder ons maar eens over nadenken.

Van wie kun je nog wat leren?

We kunnen veel van elkaar leren. Vroeger werd je opgevoed met o.a. de drie R’s.: Rust Reinheid en Regelmaat. In mijn nieuwjaarstoespraak bij W.I.K. heb ik dat aangehaald en aangepast aan de huidige tijd door de 3 R’s: Ruimte, Rechten en Respect. En vooral het laatste woord, is er voor velen onder ons nog een hoop werk aan de winkel. Zeker in deze tijd.

Voor wie heb je veel waardering?

Voor bijvoorbeeld de mantelzorgers. Ik heb deze week nog met Meike Raaijmakers en Coen Bongers gesproken, echte kanjers. En voor iedereen die zich inzet voor het grote maatschappelijk probleem, het vluchtelingenvraagstuk. Ik krijg soms rillingen over mijn lijf van de ongenuanceerde uitspraken die ik steeds vaker hoor, onvoorstelbaar soms. Stel dat je nu zou moeten vluchten. Je hebt een uur om te pakken, afscheid te nemen van je dierbaren. De enige mogelijkheid is dat je naar een ver vreemd land kan, Marokko, Hongarije of Rusland… je mag kiezen. Per goederenwagon of te voet.
Weet je. Mijn oud college, Han Zwanenberg uit Nuland, verwoordde het hier in een eerdere biechtstoel op een juiste manier, en ik citeer: “Die mensen moeten toch geholpen worden, zijn we dan met zijn allen 40/45 vergeten. Het zal toch zeker niet.”

Heb je verder nog iets op te biechten?

Ik denk dat ik voor mijn doen al best veel heb gezegd. Ik probeer samen met mijn dierbaren te genieten van de geneugtes van het leven. Binnenkort mogen we weer een kleinzoon verwelkomen. Dat is toch een soort van wonder, niet dan. Een tweede kleinzoon, wauw… we moeten nog even wennen aan die grote rijkdom.

Foto's:


J